Waarom een Masterclass voor lerarenopleiders?
Lerarenopleiders vormen een belangrijke schakel in de kwaliteit van ons onderwijs en hebben daarenboven een unieke en complexe opdracht. Deze uniciteit en complexiteit schuilt in hun kernopdracht als leraar van leraren; men spreekt over ‘onderwijzen over onderwijzen’ (teaching about teaching: Loughran, 2006, 2007) of ‘tweede-orde onderwijzen’ (second order teaching: Murray & Male, 2005). Het dubbel niveau van onderwijzen over onderwijzen betekent dat lerarenopleiders dat doen waarvoor men studenten-lerarenopleiding opleidt, namelijk onderwijzen of lesgeven. Dit legt bepaalde eisen op aan het professioneel handelen van lerarenopleiders, in die zin dat men model moet staan en het eigen handelen moet kunnen expliciteren en onderbouwen. Lerarenopleiders worden voortdurend geconfronteerd met dit dubbel niveau en leraren opleiden veronderstelt daarom een deskundigheid die verschilt van het lesgeven in het basis-, secundair of andere opleidingen van het hoger onderwijs.
Terzelfdertijd bestaat er in Vlaanderen geen opleiding voor lerarenopleiders. Lerarenopleiders zijn meestal - niet altijd! - opgeleid tot leraar, net zoals leraren basis-, secundair of hoger onderwijs. Gezien de opdracht van lerarenopleiders zoals hierboven aangegeven, een bijzondere deskundigheid vereist, is het de vraag of lerarenopleiders voldoende voorbereid worden op hun unieke en complexe opdracht. Er wordt steeds meer erkend dat een specifieke opleiding voor lerarenopleiders een meerwaarde zou betekenen voor de kwaliteit van de lerarenopleidingen in het bijzonder en voor het onderwijs in het algemeen (Lunenberg, Dengerink, & Korthagen, 2014). Dit is een ontwikkeling die ook elders opgang maakt (zoals de masteropleiding voor lerarenopleiders in Wallonië, een opleidingstraject voor lerarenopleiders in Nederland: zie Geursen, Korthagen, Koster, Lunenberg, & Dengerink, 2012) en op Europees niveau ondersteund wordt (Europese Commissie, 2010, 2013; Snoek, Swennen, & van der Klink, 2011).
Onder impuls van de expertisenetwerken van lerarenopleidingen (2007-2015) werden in Gent en Leuven langdurige professionaliseringstrajecten - specifiek voor lerarenopleiders - ontwikkeld, georganiseerd en onderzocht: de ‘Masterclass Lerarenopleiders onderzoeksvaardig’ (Gent, zie Tack & Vanderlinde, 2014, 2016a, 2016b) en ‘Masterclass voor Lerarenopleiders’ (Leuven, zie Carnel e.a., 2015; Maes e.a., 2013). In beide gevallen werden reeds drie edities aangeboden en werd door ervaring en onderzoek expertise opgedaan. Die expertise kan nu ingezet worden om een omvattende opleiding voor lerarenopleiders in te richten.
Terzelfdertijd bestaat er in Vlaanderen geen opleiding voor lerarenopleiders. Lerarenopleiders zijn meestal - niet altijd! - opgeleid tot leraar, net zoals leraren basis-, secundair of hoger onderwijs. Gezien de opdracht van lerarenopleiders zoals hierboven aangegeven, een bijzondere deskundigheid vereist, is het de vraag of lerarenopleiders voldoende voorbereid worden op hun unieke en complexe opdracht. Er wordt steeds meer erkend dat een specifieke opleiding voor lerarenopleiders een meerwaarde zou betekenen voor de kwaliteit van de lerarenopleidingen in het bijzonder en voor het onderwijs in het algemeen (Lunenberg, Dengerink, & Korthagen, 2014). Dit is een ontwikkeling die ook elders opgang maakt (zoals de masteropleiding voor lerarenopleiders in Wallonië, een opleidingstraject voor lerarenopleiders in Nederland: zie Geursen, Korthagen, Koster, Lunenberg, & Dengerink, 2012) en op Europees niveau ondersteund wordt (Europese Commissie, 2010, 2013; Snoek, Swennen, & van der Klink, 2011).
Onder impuls van de expertisenetwerken van lerarenopleidingen (2007-2015) werden in Gent en Leuven langdurige professionaliseringstrajecten - specifiek voor lerarenopleiders - ontwikkeld, georganiseerd en onderzocht: de ‘Masterclass Lerarenopleiders onderzoeksvaardig’ (Gent, zie Tack & Vanderlinde, 2014, 2016a, 2016b) en ‘Masterclass voor Lerarenopleiders’ (Leuven, zie Carnel e.a., 2015; Maes e.a., 2013). In beide gevallen werden reeds drie edities aangeboden en werd door ervaring en onderzoek expertise opgedaan. Die expertise kan nu ingezet worden om een omvattende opleiding voor lerarenopleiders in te richten.
Uitgangspunten en ontwerpprincipes
De ambitie is om een duurzame opleiding voor lerarenopleiders in te richten. Hiervoor hanteren we een aantal uitgangspunten, ontwerpprincipes en keuzes die we hier expliciteren.
De opleiding is gericht op alle lerarenopleiders, gegeven hun verschillende achtergronden en werkcontexten: lerarenopleiders vormen een diverse groep professionals, met verschillende achtergronden en expertise, tewerkgesteld in verschillende contexten (Europese Commissie, 2013). Lerarenopleiders komen het beroep binnen op verschillende momenten in hun carrière, vanuit verschillende achtergronden en ervaringen. Sommigen hebben ervaring als leraar in het kleuter-, lager of secundair onderwijs. Anderen zijn docenten hoger onderwijs of waren tewerkgesteld als onderzoeker en nog anderen hebben andere relevante functies uitgeoefend (zoals bijvoorbeeld beleidsmedewerkers in onderwijs, sociaal werkers, …). Ook de werkcontext kan verschillen: lerarenopleiders kunnen tewerkgesteld worden aan een universiteit, een hogeschool of een centrum voor volwassenenonderwijs, maar kunnen ook verbonden zijn als mentor aan een school (Snoek, Swennen & Vander Klink, 2011). Lerarenopleider zijn is met andere woorden steeds gesitueerd in een specifieke context die bovendien ook wijzigt en dus tijdelijk is (Vanassche, 2015). Die verschillende werkcontexten zorgen voor andere jobinhouden, die verschillende expertise vereisen. De Masterclass voor Lerarenopleiders houdt rekening met die verschillende profielen en contexten en ziet deze als een meerwaarde om te leren van elkaar. Vanuit de gedachte van samen leren en ontwikkelen is de verscheidenheid een verrijking voor de betrokkenen.
In deze opleiding …
De opleiding …
Dit academiejaar (2016-2017) wordt vanuit de bestaande masterclasses een gezamenlijke opleiding ingericht met keuzemogelijkheden. Daarmee wordt al een opstap genomen naar wat vanaf 2017-2018 mogelijk een postgraduaat wordt. Of deze optie om structureel als postgraduaat op lange termijn ook de beste optie blijft, zal blijvend onderzocht worden.
De opleiding is gericht op alle lerarenopleiders, gegeven hun verschillende achtergronden en werkcontexten: lerarenopleiders vormen een diverse groep professionals, met verschillende achtergronden en expertise, tewerkgesteld in verschillende contexten (Europese Commissie, 2013). Lerarenopleiders komen het beroep binnen op verschillende momenten in hun carrière, vanuit verschillende achtergronden en ervaringen. Sommigen hebben ervaring als leraar in het kleuter-, lager of secundair onderwijs. Anderen zijn docenten hoger onderwijs of waren tewerkgesteld als onderzoeker en nog anderen hebben andere relevante functies uitgeoefend (zoals bijvoorbeeld beleidsmedewerkers in onderwijs, sociaal werkers, …). Ook de werkcontext kan verschillen: lerarenopleiders kunnen tewerkgesteld worden aan een universiteit, een hogeschool of een centrum voor volwassenenonderwijs, maar kunnen ook verbonden zijn als mentor aan een school (Snoek, Swennen & Vander Klink, 2011). Lerarenopleider zijn is met andere woorden steeds gesitueerd in een specifieke context die bovendien ook wijzigt en dus tijdelijk is (Vanassche, 2015). Die verschillende werkcontexten zorgen voor andere jobinhouden, die verschillende expertise vereisen. De Masterclass voor Lerarenopleiders houdt rekening met die verschillende profielen en contexten en ziet deze als een meerwaarde om te leren van elkaar. Vanuit de gedachte van samen leren en ontwikkelen is de verscheidenheid een verrijking voor de betrokkenen.
In deze opleiding …
- vormt de eigen praktijk van de lerarenopleider vertrek- en eindpunt voor professionele ontwikkeling (Loughran, 2008). Daarom wordt gekozen voor een ‘in-service’ opleiding. Het is immers de praktijk van een lerarenopleider die onthult ‘wie’ een lerarenopleider is en waar hij/zij voor staat. Om theorie en praktijk voortdurend te koppelen, vormt de eigen praktijk als lerarenopleider voorwaarde voor deelname. Die praktijk als lerarenopleider wordt in de opleiding getoetst aan en geconfronteerd met de eigen aannames, theorie en/of wordt voorwerp van onderzoek. Bovendien draagt inbedding in de eigen professionele context er toe bij dat de gedragenheid binnen de eigen opleiding meer gegarandeerd kan worden, wat een belangrijke voorwaarde voor duurzaamheid is. Dit betekent dat altijd de verbinding wordt gemaakt met de eigen werkcontext en opleiding en dat een return beoogd wordt voor de eigen opleiding.
- staat leren van en met elkaar centraal. De deelnemers zijn volwassen professionals die heel wat deskundigheid hebben. Belangrijk is om die expertise te waarderen en te gebruiken in deze opleiding voor lerarenopleiders. Daarom wordt (per onderdeel) gewerkt met een vaste groep waarin ingezet wordt op veiligheid en uitwisseling. Op die manier vormen de deelnemers een eigen professionele leergemeenschap waarin formeel en informeel leren alle kansen krijgt.
De opleiding …
- krijgt gestalte binnen een breed samenwerkingsverband waarin verschillende aanbieders van lerarenopleidingen meewerken (universiteiten, hogescholen en CVO’s) en de beroepsgroep (VELOV). Het is dan ook een gezamenlijk initiatief met een vlaanderenbreed draagvlak.
- zet in op een duurzame professionele ontwikkeling, maar houdt ook rekening met de haalbaarheid. Dit is belangrijk omdat het een in-service opleiding is. Daarom kiezen we voor een opleiding die modulair is opgebouwd (bestaande uit opleidingsonderdelen). Belangrijk echter is dat elke module/elk opleidingsonderdeel op zich bestaat uit een traject waarin verschillende malen gedurende een academiejaar bijeengekomen wordt. Voor elke module/opleidingsonderdeel krijgt men een deelcertificaat of verwerft men credits. Alle deelcertificaten samen leiden tot een getuigschrift of diploma van lerarenopleider.
- wordt gaandeweg structureel verankerd.
Dit academiejaar (2016-2017) wordt vanuit de bestaande masterclasses een gezamenlijke opleiding ingericht met keuzemogelijkheden. Daarmee wordt al een opstap genomen naar wat vanaf 2017-2018 mogelijk een postgraduaat wordt. Of deze optie om structureel als postgraduaat op lange termijn ook de beste optie blijft, zal blijvend onderzocht worden.
Inhoud & vorm van de Masterclass
De Masterclass voor Lerarenopleiders geven we vorm vanuit de beschreven uitgangspunten. Kernelementen van de didactische aanpak van de opleiding zijn de volgende (gebaseerd op Kelchtermans, 2011, en passend binnen Europese kaders gericht op de professionele ontwikkeling van lerarenopleiders, zie Vanassche et al., 2015):
- de opleiding is erop gericht de eigen praktijk en praktijkkennis te expliciteren, te problematiseren, te confronteren en te verrijken met nieuwe ontwikkelingen en theorieën. De opleiding omvat daarom zowel een aanbod van lezingen en literatuur als een actieve verwerking en koppeling met de eigen kennis en ervaring door middel van reflectie, uitwisseling, discussie, praktijkonderzoek, …
- deze werkwijze weerspiegelt een visie op leren van volwassenen waarbij zij aanzien worden als professionals die een bepaalde expertise binnenbrengen en vanuit de confrontatie tussen ervaring, theorie en praktijk bereid zijn te leren.
- de opleiding zelf moet congruent zijn met de visie op leren die ze beoogt. De opleiding staat zelf model en de werkwijze wordt geëxpliciteerd, onderbouwd en in vraag gesteld. Op die manier is de opleiding zelf ook onderwerp binnen het leerproces.